Aandacht voor naasten centraal tijdens boeiend seminar branchegroep Personenschade NIVRE

31-10-2016 09:58

Wat is de impact van een ongeval/letsel op een naaste van het slachtoffer, onder wie de partner, kinderen, overige gezinsleden en andere betrokkenen? Die vraag stond centraal tijdens het seminar ‘Naast de schaduw van het slachtoffer’, die de branchegroep Personenschade van het NIVRE eerder deze maand organiseerde op een prachtige locatie: Buitenplaats Amerongen. De circa honderd aanwezigen kregen een boeiend programma voorgeschoteld met de bekende TV-persoonlijkheid Prem Radhakishun zowel in de rol van dagvoorzitter als in die van gastspreker. Samen met de beide andere sprekers - letselschadeadvocaat mr Joost Wildboer (Wildeboer AVS) en klinisch psycholoog-psychotherapeut drs Dick Freriks (BirdView Expertises) - wist hij de zaal uiteindelijk te ‘verleiden’ tot de gewenste interactie en discussie over affectieschade en andere onderwerpen in relatie tot het centrale thema. Een onderwerp waarvoor, zo bleek tijdens het seminar, steeds meer aandacht  is bij de partijen die in het letselschaderegelingsproces betrokken zijn.

Mr. Maarten van der Linden, voorzitter van het branchebestuur Personenschade, belichtte in zijn welkomstwoord de inspanningen van het  branchebestuur, dat in het afgelopen jaar vrijwel compleet is vernieuwd en enthousiast aan de slag is gegaan. Niet zonder trots meldde hij dat ‘Personenschade’ met bijna 400 geregistreerden inmiddels de grootste branchegroep is en dat het nieuwe branchebestuur bruist van energie en ambitie.

Stand-in

Een dag voor de bijeenkomst kreeg dagvoorzitter ‘Prem’ van de organisatie het verzoek of hij ook een lezing kon verzorgen als vervanger van Victor Jammers (Slachtofferhulp), die om droevige persoonlijke omstandigheden op het laatste moment af moest zeggen. Inhakend op het thema ‘Naast de schaduw van het slachtoffer’ vertelde hij over de tijd dat hij als (sociale) advocaat in de Bijlmer werkte en veel nabestaanden van de Bijlmer-ramp in 1992 (op de dag van het seminar precies 24 jaar geleden gebeurd) met raad en daad terzijde stond. Een periode  waarover hij naar eigen zeggen tot dusver nog nooit iets naar buiten had gebracht. Op de hem bekende wijze  gaf hij zijn gehoor niet alleen een interessant inzicht in de impact op en praktische gevolgen van de ramp voor de nabestaanden, maar ook in de ongecoördineerde chaos  qua hulpverlening in de dagen erna. Waar in 1992 improviseren troef was en er hier en daar maar wat ‘aangemodderd’ werd,  is er volgens ‘Prem’ op dat vlak in de loop der jaren veel verbeterd. “Nabestaanden worden vandaag de dag veel beter begeleid, zoals bijvoorbeeld  bij de MH17-ramp. Maar ook in de letselschademarkt is er meer aandacht voor slachtoffers en nabestaanden gekomen.”

Aanspraken van derden

Mr. Joost Wildeboer, letseladvocaat bij Wildeboer AVS, belichtte in zijn presentatie de laatste stand van zaken met betrekking tot de aanspraken van derden bij letselschade, zowel  in juridisch als praktisch opzicht. Daarbij ging hij onder meer in op vragen als welke ‘derden’ zoal een recht op vergoeding hebben, wat hun positie is ten opzichte van de veroorzaker en wat de rechten of verplichtingen van de gekwetste zelf zijn jegens derden met een aanspraak.  

Op de lijst van derden met of zonder aanspraak prijken onder meer de echtgenoot/partner, (andere) huisgenoten, niet inwonende familie/vrienden/kennissen, de vennoot/maat en de werkgever van de gekwetste. De schade van de derde kan uit betaalde kosten bestaan (betalingen door een derde zoals bijvoorbeeld voor vervoer voor de gekwetste), maar ook uit (andere) vermogensschade en daarnaast uit-niet-vermogenschade (affectieschade).

Wet- en regelgeving

Wildeboer ging in zijn verhaal in op de op het thema van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals artikel 6:107 BW. Voorts ging hij in op het vorderingsrecht inzake het doorbetaald nettoloon door de werkgever. Tenslotte besprak hij het wetsvoorstel affectieschade dat nu voorligt bij de Tweede Kamer. De ervaren letselschadeadvocaat zorgde met een drietal stellingen voor interactie en discussie over de nieuwe ontwikkelingen. Zijn eerste stelling luidde: ‘Vindt u dat inkomensschade van naasten, ontstaan door het geven van zorg aan de gekwetste, via een eigen vordering van de derde voor vergoeding in aanmerking moet komen.’ De overgrote meerderheid van de zaal is van mening dat dit alleen het geval is bij nader gedefinieerd letsel en tot aan een maximumbedrag per tijdseenheid. Slechts een enkeling koos voor de twee andere antwoordopties: ´Het huidige systeem niet wijzigen, omdat het nu mooi genoeg’ of ‘ja, naasten moeten voor vergoeding in aanmerking komen bij iedere vorm van letsel en daardoor zorgbehoefte tot desnoods het hele bedrag van de inkomensschade’.

Ook werden de ca 100 aanwezige letselschadespecialisten gevraagd wat zij vinden van de kring van gerechtigden in het wetsvoorstel. Voor de meeste vakbroeders hoeft die kring niet uitgebreid te worden, terwijl een enkeling de voorgestelde kring van gerechtigden zowel als ‘te klein’ als ‘te ruim’ bestempelt . Ook stipte Wildeboer de in het wetsvoorstel genoemde vergoedingsbedragen bij overlijden en ernstig en blijvend letsel aan. Niemand van de aanwezigen zei deze te hoog te vinden; een kleine meerderheid bestempelde deze als ‘te weinig’ en iets minder aanwezigen als ‘eigenlijk wel okay’.

Psychologische verwerking van verwerken

‘Gederfde levensvreugde systematische bekeken’. Zo luidde de titel van de presentatie van drs Dick Freriks, klinisch psycholoog-psychotherapeut  en als partner verbonden aan BirdView Expertises en Ascender. Daarin belichtte hij de gevolgen van trauma’s en het psychologische effect van een letsel op naasten. Hoewel hij aangaf dat het gevaarlijk is om dit in algemene zin te stellen, zei Freriks dat hem zo nu en dan het gevoel bekruipt dat wij in onze ‘maakbare Westerse samenleving’ wat minder met tegenslag kunnen omgaan en mede daarom vaak moeite hebben om te gaan met vervelende situaties die ons overkomen en waar we geen invloed op hebben, zoals een verkeers- of ander letsel. Aan de andere kant gaf hij ook aan regelmatig verrast te zijn over de veerkracht en het herstel-vermogen van mensen.

De psycholoog-psychotherapeut benadrukte daarbij dat zowel het slachtoffer zelf als zijn naasten verschillend reageren op het letsel – en de gevolgen daarvan – dat hen is overkomen. “De een herpakt zich snel, maar een ander is  aangedaan, blijft ‘hangen’ in zijn lot, is boos op ‘alles en iedereen’ of raakt er zelfs depressief door“, aldus Freriks, die hierin een belangrijke rol ziet weggelegd voor de (letsel)schade-expert.

“Door goed te luisteren naar de wensen en behoeften van slachtoffer en naasten, de belangen van betrokkenen goed af te wegen en goed te bekijken wat er voor ruimte zit voor het eigen herstel. Naast vakkennis zijn goede communicatieve vaardigheden en een prima inlevingsvermogen essentieel”. Ook raadde hij een ieder aan waar mogelijk partners en andere naasten te betrekken. Omdat je op die manier het gedrag naar elkaar toe beïnvloedt en dat versterkt volgens hem weer de zo wenselijke balans.

Affectieschade

Freriks stond aan het eind van zijn presentatie stil bij de plaats van affectieschade. “Erkenning en acceptatie is cruciaal voor slachtoffers en naasten en versterkt het zelfoplossend vermogen. Zo lang beide zaken er niet zijn, stagneert het verwerkingsproces en wordt het voortgangsproces belemmerd. Aandacht  voor erkenning en verwerking is dan ook van cruciaal belang. Zo ook het appelleren aan het zelfoplossend vermogen van betrokkenen. Je kunt je afvragen in hoeverre zitten mensen te wachten op een vergoeding voor affectieschade? Vaak wil men liever een erkenning voor hetgeen hen is overkomen, waaraan ook een straf/boete voor de veroorzaker kan bijdragen. Sterker nog, ik zou het me zelfs kunnen voorstellen dat een te snelle keuze voor een financiële vergoeding het verwerkingsproces zou kunnen vertragen, met de kans dat betrokkenen langer in hun slachtofferrol blijven hangen. Het is voor alle partijen de uitdaging om daarin een goede balans te vinden.” Een opmerking waarmee Freriks voldoende munitie gaf voor een levendige slotdiscussie van een leerzame middag.